Over een kleine week ben ik Statenlid

Dank aan iedereen die gestemd heeft.
Woensdag 18 maart was voor velen een spannende dag. Hoeveel mensen gaan er op D66 Overijssel stemmen? Hoeveel op mij als persoon? Uiteindelijk bleken er 1983 mensen direct op mij gestemd te hebben. En met de overige zetels werd ik daarmee gekozen in de Staten. Een groot aantal inwoners van Overijssel die ik van harte bedank voor hun stem. Het blijft bijzonder om nu daadwerkelijk in de politieke arena in Overijssel mee te gaan spelen. Een betaalde hobby gaat het worden die tijd en inzet in vrije tijd vergt. Mijn eerste prioriteit ligt vanzelfsprekend bij mijn dagelijkse werk voor Zorgspectrum Het Zand. Als voorzitter van de Raad van Bestuur draag ik daar verantwoordelijkheid voor de dienstverlening aan heel veel cliënten en ruim 1000 medewerkers en rond de 700 vrijwilligers. Gelukkig mag en kan ik vertrouwen op de grote professionele inzet van alle beroepsbeoefenaren en mag ik samen met mijn collega bestuurder richting geven aan de strategie en overstijgende doelen van de organisatie. In de politieke arena ga ik ontdekken of we kunnen werken aan een gezamenlijk perspectief voor Overijssel. In de politieke arena zijn stromingen vanuit politieke oriëntaties. Dat zal nieuwe vaardigheden van mij vragen. Ik zie er naar uit om politiek bedrijven te leren in de Staten en ondertussen te blijven werken en leren binnen de mooiste zorgorganisatie van Zwolle e.o. Zorgspectrum Het Zand!
Fijn dat de Raad van Toezicht van Zorgspectrum het Zand me ruimte geeft om het nevenwerk als Statenlid te kunnen gaan doen. Ook daarvoor mijn dank.
IMG_0668

Voorzieningen in kernen en dorpen

Ik hoorde vandaag (weer) tijdens een debat in de Staten van Overijssel met vele belangenorganisaties van ouderen dat die zich zorgen maken over afnemende voorzieningen in kernen en dorpen. Zorgspectrum Het Zand(ZHZ) zit in dorpen met voorzieningen.

Mijn gedachten: het zou mooi zijn als ondernemers / banken en nutsbedrijven samen met zorgaanbieders als ZHZ zorgdragen dat burgers in alle centra van ZHZ geld kunnen pinnen, post en pakjes kunnen afhalen, in wekelijkse spreekuren administratieve zaken af kunnen handelen en zoveel meer als nuttig en nodig. De locaties van ZHZ zijn er voor de mensen die er wonen EN voor de burgers er om heen. De belangrijkste vraag en uitdaging is voor alle partijen om over het “eigen” domein te kijken en ruimte te maken voor unieke nieuwe verbindingen met partners in de kernen en dorpen. Er zijn ervaringen elders in het land die laten zien dat het kan. Waar gewenst richten we “zorgcoöperaties” op die van en voor de inwoners zijn. Waar zeggenschap in is geregeld en mensen als “eigenaar” meedelen in de kosten en de baten. Dat is maatschappelijk ondernemen!

Welzijn thuis en in een instelling

Het gaat in de gezondheidszorg vaak over kostenstijgingen en helaas deze jaren ook over ontslagen. De transitie zorgt voor grote druk bij instellingen en het afstoten van veel kundig personeel. Eerder wilden zorgorganisaties graag huishoudelijke hulp regelen want daarmee had je entree tot de (toekomstige) zorgbehoefte. Zo kon een onrendabele “medische” lijn uiteindelijk wel iets opleveren: duurdere zorg wegzetten.
De kanteling is nu ingezet en 2015 is het jaar van verandering. Elke zorgorganisatie beraad zich op de kerntaken (net zoals gemeenten, provincies en het rijk). Gevolg is dat we huishoudelijke hulp minder zien als entree. Zorgorganisaties gaan zich naar ik verwacht de komende jaren richten op het uitventen van hun bijzondere expertise. Waar ligt hun toegevoegde waarde in het spectrum van de zorg. Onderscheidend zijn. Meer profiel opbouwen bij de inwoners in de stad of regio en zo zorgen dat ze voldoende omzet halen om al die professionals aan het werk te houden. Expertkennis inzetten waar anderen gebruik van kunnen maken in netwerken – samenwerkingsverbanden. Een prima ontwikkeling die past in deze tijd. En ondertussen zien we ook een andere beweging. De focus op levenskwaliteit ook in instellingen voor chronische zorg.

Een van de bijzondere veranderingen in de chronische zorg is dat de focus meer en meer op welzijn en levenskwaliteit komt te liggen. Een prachtige ontwikkeling. We gaan meer en meer het medische model verlaten en richten ons op welzijn van onze cliënten.
Natuurlijk blijft hoogwaardige professionele zorg en behandeling geboden maar gelukkig meer en meer net als thuis. Mijn moeder heeft het in een artikel in het periodiek van ziekenhuis/thuiszorg organisatie in Sneek op een mooie manier woorden gegeven. “Thuis” zijn (ook al is het wellicht in een verpleeghuis), daar gaat het om!
2015-01-30 16.06.14 kopie

Als je net niet in het hokje past? Over de Wet Langdurige Zorg

De vaak besproken, bekritiseerde wet Langdurige zorg is dinsdag in de Tweede Kamer aangenomen. Van Rijn heeft een prestatie geleverd. Tegen veel stromingen in heeft hij beleid van zijn voorgangers geëffectueerd. Later kijken we naar deze trendbreuk terug en krijgt van Rijn zijn waardering. Nu van mij.
Natuurlijk is er veel kritiek. Dat hoort bij een mondig Nederland. Ingrijpen in een systeem waar veel gebruik van gemaakt wordt is terecht onderwerp van discussie. Maar als je de krant leest, als je van afstand kijkt, als je de wet op zijn merites beoordeeld dan weet je dat we ver van de grondslag zijn afgedwaald. De WLZ schoont op. Zorgt voor een nieuwe basis. Ik verwacht (helaas) dat in de komende 10 jaar diverse willekeurige regeringscoalities de wet weer gaan uitbreiden. Dan volgt hoop ik een nieuw moment om te gaan schonen. Want zo houden we onze collectieve plicht overeind.
Ik blijf ook nu, samen met velen, oog houden voor excessen: een gezin of persoon die tussen wal en schip valt. Een waardig Nederland laat dat niet toe! Het is aan de volksvertegenwoordigers in gemeenteraden en in de Tweede Kamer om oog te houden voor de mens achter de procedures en kaders. Een prachtige kans voor gemeenteraadsleden zich in te zetten voor burgers in hun gemeenten. Want zorgen voor elkaar kunnen we samen!
van-rijn208

V&VN laat je horen!

Twitter ontploft over nare incidenten in de zorg voor kwetsbare ouderen. Een instelling krijgt er van langs. Graaiende bestuurders en managers. Niemand doet het (meer) goed. Het beeld ontstaat dat de zorg voor ouderen in Nederland slecht is. Ik vraag me af: wat doet dit alles met je als je dagelijks voor ouderen zorgt? Als je morgens je bed uitkomt om met alle kennis, kunde en passie voor dementerende ouderen te zorgen zodat familie andere belangrijke dingen kan doen. Wat gaat er door je heen als je al deze verhalen tot je neemt?
Ik hoop dat instellingen ruimte bieden om als professionals met elkaar hierover blijvend te spreken. Samen kun je de trots en passie houden en elkaar dagelijks stimuleren het beste van je zelf aan anderen te bieden.

In 1989 ontstond de Witte Woede over de zorg. Beroepsbeoefenaren gingen de straat op om aandacht te vragen voor de zorg. Vele acties volgend en de politiek kreeg eindelijk oog voor de zorg. Inmiddels is er een grote beroepsvereniging ontstaan genaamd V&VN. De V&VN moet een vuist maken. V&VN leden horen in studio’s te zitten. Niet een omroepbaas van MAX. Ik wil trotse beroepsbeoefenaren horen. Die staan voor hun vak. Voor hun beroep. Voor hun beroepscode en competenties. Voor hun liefdevolle warme zorg die op heel veel plaatsen geboden blijft. Natuurlijk blijven partners en familieleden de grootst mogelijke zorg houden voor hun naasten. Voor velen van hen is het schrijnend de naaste achter te moeten laten en niet meer alle zorg te kunnen bieden. Daar moet aandacht voor zijn. Maar laten we met elkaar niet een heel waardig stelsel van zorg voor kwetsbare ouderen door incidenten te grabbel gooien.

Verpleegkundigen en Verzorgenden laten dat toch niet toe?

Nieuwe leiders dienen

Een werkdefinitie van management op diverse toonaangevende universiteiten binnen de Angelsaksische wereld luidt: “Management is getting the job done through people.”

Kernwoorden zijn:

  • job: je moet weten wat je te doen staat;
  • getting done: je moet succesvol zijn;
  • through people: niet zelf maar met inzet van derden.

Al langer gebruiken we binnen o.a. de zorgsector de term “dienend leiderschap” .
Ik ben een warm voorstander van deze vorm van leiderschap in organisaties en kan zelf niet anders meer handelen als bestuurder – manager. Mensen maken nog steeds het verschil: dat betreft handelen van zowel de leidinggevende als van de medewerkers. Zij dragen de organisatie intern en extern en primair naar hun klanten uit door handelen – gedrag – moreel kompas en attitude.
Aandacht voor de People Planet Profit is daarbinnen vanzelfsprekend: je bent niet alleen en gaat niet voor het snelle gewin voor jezelf. Je bent dienstbaar naar wat komt. Stelt vragen en verstrekt waar nodig kaders als leidinggevende en doet in het eigen handelen een krachtig beroep op ieders individuele verantwoordelijkheid. Mooi vak managen of leiderschap: in beide mag en kan het oprecht vertrouwen in de ander en bewust willen “dienen” leidend zijn.

Uitvoeringskosten decentralisaties

In veel gemeenten is meer formatieruimte vrijgemaakt voor wethouders. Een van de veel gehoorde verklaringen is dat er grote wijzigingen gaande zijn en deze genaamde drie decentralisaties extra bestuurskracht vergt. Globaal is op die wijze de eerste 150000 euro op jaarbasis, inclusief secretariaat enzovoort, daarmee al van “zorggeld” afgesnoept.
BMC heeft in het verleden uitgezocht dat de toenmalige decentralisatie van de wet voorzieningen gehandicapten 20 % meer uitvoeringskosten vroeg. Toen het nog een landelijke regeling was waren de uitvoeringskosten 4%.

Ondergebracht bij gemeenten werd dus 20% van het totaal beschikbare zorggeld uitgegeven aan ambtenaren, beleidsmensen en projectleiders. En dan zijn alle niet productieve uren van stakeholders waarmee overleg nodig is nog niet meegenomen. Het vergadercircuit draait inmiddels op volle toeren. Er is een mega inspanning nodig en ieder zet zich krachtdadig in. Dekking van de uitvoeringskosten gaan echter ten koste van o.a. de beschikbare zorgbudgetten. De koers is goed. Beheersing van de bijkomende kosten is noodzaak! Het gaat om maatschappelijk geld dat we opbrengen uit belastingen en premies en beschikbaar moeten blijven voor de zorg!

Wat is er minimaal nodig op gemeentelijk niveau?
Stap 1: realiseer een machtige vernieuwde WMO raad met directe lijnen naar de raad;
Stap 2: geef als gemeenteraad heldere kaders aan de wethouders mee en realiseer voor professionals en zorgorganisaties maximale vrijheid van handelen;
Stap 3: stel geen externe hulp in die zelf niet voorkomt uit de primaire zorgdiensten;
Stap 4: vertrouw op de kunde van zorgorganisaties en verorden dat metingen over de ervaren kwaliteit transparant gedeeld worden met de inwoners van de gemeente;
Stap 5: geef beleidsruimte aan de diverse sectoren om tot ketendiensten in de wijk te komen.

Vertrouwen en controle

Het geloof in de oprechtheid en goede bedoelingen van cliëntenraden naar bestuurders en directie is groot. Dat is een waardevol begin van een “relatie”. Hoe je enerzijds de kritische belanghebbenden blijft en anderzijds voorkomt steeds in spanning te zijn met de bestuurder blijft voor elke cliëntenraad een eigen verkenningstocht. Openheid en werken vanuit vertrouwen en wederzijdse goede bedoelingen is een mooi begin.

Bestuurders die investeren in de relatie, afspraken nakomen vanuit een intrinsiek kompas en proactief meedenken hoe de macht van de cliëntenraad te vergroten verdienen steun. Je kunt als bestuurder goodwill “verdienen” bij de cliëntenraad. Dat doe je door samen de toezeggingen eens per kwartaal te beoordelen op de daadwerkelijke uitvoering.

Want resultaten tellen. Niet slechts de toezeggingen.

Schrijnende gevallen

Drie majeure transities zijn in de zorg en welzijnssector gaande. Gedecentraliseerd naar gemeenten zijn deze drie transities beleidsvoer voor gemeenteraadsleden en risicovolle dossiers voor nieuwe wethouders.

In veel collegeprogramma’s staan zinnen als “mensen die het echt nodig hebben bieden we als gemeente extra ondersteuning. Stapeling van voorzieningen moeten beperkt worden en vooral bij het vormgeven van diensten uitgaan van eigen kracht en zelfredzaamheid”.

Bij diverse colleges is nog geen beeld van aantallen cliënten – hulpvragen – die binnen de gemeente wonen. Eveneens zijn beschikbare budgeten nog niet bepaald. Wel is richting gegeven en op basis daarvan weten gemeenten dat ze met minder geld veel te doen krijgen. Er liggen kansen en risico’s. Openeinde financiering is niet (meer) mogelijk wil de ruggengraad van het stelsel behouden blijven. Zelfzorg, samen met je vrijwillig of betaalde maatjes, is de norm.

Gemeenteraden doen er goed aan nog dit jaar met het college af te spreken hoe wederzijds omgegaan zal worden met zorgincidenten in de gemeente. Er gaan nu en straks dingen mis en er is kans op forse fouten. Bespreek open in de gehele raad welke werkwijze de raad wenst te hanteren bij het ontstaan van fouten in de dienstverlening.

Normaal stellen politici vragen in de Tweede Kamer over de zorgincidenten. Straks zijn er ruim 400 podia waarin het debat aan de orde zal zijn en bestuurders afgerekend gaan worden.

Macht van de eigenaar

“Wij zijn eigenaren”, zeggen ouderen wonend in een zorginstelling en tegen de directeur en medewerkers zeggen ze: ” jullie zijn onze gasten” .

Helaas, zo ervaren cliënten in instellingen dat nog niet. Of het ooit, tot gelijkwaardigheid qua macht komt? Ik twijfel. Ik twijfel niet aan de doorzettingskracht van burgers met een zware zorgvraag die intramuraal wonen. Wel twijfel ik aan de wil van bestuurders om macht terug te geven daar waar ze hoort. Beter is te spreken van macht die ontnomen is weer terug geven.

Nieuwe wetten moeten die koers versterken op Nationaal, lokaal en Europees niveau. Benieuwd wat de toekomst gaat brengen.