Uitvoeringskosten decentralisaties

In veel gemeenten is meer formatieruimte vrijgemaakt voor wethouders. Een van de veel gehoorde verklaringen is dat er grote wijzigingen gaande zijn en deze genaamde drie decentralisaties extra bestuurskracht vergt. Globaal is op die wijze de eerste 150000 euro op jaarbasis, inclusief secretariaat enzovoort, daarmee al van “zorggeld” afgesnoept.
BMC heeft in het verleden uitgezocht dat de toenmalige decentralisatie van de wet voorzieningen gehandicapten 20 % meer uitvoeringskosten vroeg. Toen het nog een landelijke regeling was waren de uitvoeringskosten 4%.

Ondergebracht bij gemeenten werd dus 20% van het totaal beschikbare zorggeld uitgegeven aan ambtenaren, beleidsmensen en projectleiders. En dan zijn alle niet productieve uren van stakeholders waarmee overleg nodig is nog niet meegenomen. Het vergadercircuit draait inmiddels op volle toeren. Er is een mega inspanning nodig en ieder zet zich krachtdadig in. Dekking van de uitvoeringskosten gaan echter ten koste van o.a. de beschikbare zorgbudgetten. De koers is goed. Beheersing van de bijkomende kosten is noodzaak! Het gaat om maatschappelijk geld dat we opbrengen uit belastingen en premies en beschikbaar moeten blijven voor de zorg!

Wat is er minimaal nodig op gemeentelijk niveau?
Stap 1: realiseer een machtige vernieuwde WMO raad met directe lijnen naar de raad;
Stap 2: geef als gemeenteraad heldere kaders aan de wethouders mee en realiseer voor professionals en zorgorganisaties maximale vrijheid van handelen;
Stap 3: stel geen externe hulp in die zelf niet voorkomt uit de primaire zorgdiensten;
Stap 4: vertrouw op de kunde van zorgorganisaties en verorden dat metingen over de ervaren kwaliteit transparant gedeeld worden met de inwoners van de gemeente;
Stap 5: geef beleidsruimte aan de diverse sectoren om tot ketendiensten in de wijk te komen.