Zeer spoedig komt het Kabinet met het Nationale Sportakkoord. En dat geeft gemeenten en provincies de kans hierop aan te sluiten. In veel gemeenten staat sport hoog op de agenda. Bewegen zorgt voor minder gezondheidsproblemen op de langere termijn, draagt bij aan sociale cohesie en normering, en is bovendien leuk. In Deventer, waar in september van dit jaar de Nationale Sportweek wordt gehouden, is men samen met B&W bezig sport toegankelijker te maken en te houden voor elke inwoner.
Wat zou het prachtig zijn als in het nieuwe coalitieakkoord van Deventer de ambitie staat: “Deventer sluit in 2018 met alle lokale partners een gemeentelijk sportakkoord met als doelen voor 2023: iedereen beweegt elke dag minstens een half uur en kinderen bewegen minimaal 1 uur per dag”.
De provincie helpt gemeenten en sportorganisaties bij innovatie, kennisdeling en overstijgende programma’s. Ik vind het wenselijk dat de provincie met alle Overijsselse gemeenten komt tot een provinciaal akkoord waarbinnen elke gemeente haar norm voor sport en bewegen van alle inwoners benoemd. Op geleide van die ambities kan de provincie haar faciliterende taak optimaal uitoefenen. Een provincie is er niet om verantwoordelijkheden van een gemeente over te nemen of als flappentap. Gemeenten zijn zelf primair verantwoordelijk voor optimale faciliteiten en randvoorwaarden om te (blijven) sporten.
Maar sport en bewegen begint bij jezelf. En als je jong merkt wat sport met je doet: laat je het toch nooit meer los? Fun en gezond: wil toch iedereen?!