Acht jaar mocht ik volksvertegenwoordiger zijn voor D66 in de Staten van Overijssel. Dat was voor mij een eervolle functie. Ik mocht woordvoerder milieu & duurzaamheid en woordvoerder landbouw & natuur zijn. Ik was niet meer verkiesbaar. Tijd voor weer iets nieuws. Renilde en Niels zijn in de Staten van Overijssel gekozen en wens ik veel suc6.
Inwoners weten je als volksvertegenwoordiger te vinden. Je maakt afwegingen en kunt vanuit je positie als statenlid zeker het verschil maken. Want je hebt invloed. Of je nu in de coalitie- of als oppositiepartij opereert, dat maakt niet uit: je maakt mede het verschil. Je kunt gevoelens vertolken en ideeën aandragen over hoe iets anders kan. Je bent ook in de positie om onderwerpen zelf op de agenda zetten. En dat heb ik kunnen doen, o.a. met het LHBTI+ beleid; met de aanpak van plastic, de jongerenraad en het burgeramendement. 3 van de 4 initiatieven kregen voldoende steun in de Staten en zijn beleid geworden.
D66 wilde langer geleden de provincies Overijssel en Gelderland samenvoegen tot landsdeel Oost. Maar daarbij pasten grotere gemeenten. Die plannen liggen achter ons en dat is maar goed ook. De provinciale schaal past in de huidige situatie goed bij de grote vraagstukken van nu. Volksvertegenwoordigers kunnen – ondanks de afstanden – nog betrokkenheid tonen op erf, bij een bedrijf of in een cultureel centrum. De komende jaren vraagt het gevecht om de ruimte veel aandacht van bestuurders in provinciehuizen. Alle statenleden willen het samen met de inwoners, ondernemers en belanghebbenden doen. En juist dan past het om als volksvertegenwoordiger bereikbaar en nabij te zijn. Zodat je – gevoed vanuit de samenleving en met je eigen afwegingen -vanuit je idealen, maximale invloed uit kan oefenen. En dat is dankbaar werk.